Veel familienamen zijn ontstaan uit patroniemen, ook wel vadersnamen genoemd: namen die verwijzen naar de voornaam van iemands vader en zo de familierelatie kenbaar maken. Als vaders voornaam Hendrik is, dan is Hendrikszoon het patroniem van zijn zoon en Hendriksdochter het patroniem van zijn dochter.
Het achtervoegsel -zoon of -dochter werd afgekort of verbasterd: Hendriksz., Hendriksen, Hendriksdr. Of het werd weggelaten, al dan niet met behoud van de tussen -s: Hendrik(s).
Van de vroege middeleeuwen tot de invoering van de burgerlijke stand in de 19de eeuw werd het patroniem bij persoonsregistratie gebruikt.
Het patroniem kon destijds de enige achternaam zijn, en van generatie op generatie veranderen, maar het patroniem kon ook door een familienaam worden gevolgd: Jan Hendriksz. Bakker of Anna Pouwelsdr. van Amerongen.
Het kwam ook voor dat een kleinkind het patroniem van zijn vader overnam: Pieter Jansz. Hendriks. De familierelatie werd zo binnen een naam tot drie generaties uitgebreid: zoon, vader, grootvader. Het patroniem Hendriks staat op de nominatie een familienaam te worden. Daarvan is sprake als ook volgende generaties deze naam in gebruik nemen.
Opvallend is het aantal voornaamvarianten dat nog in hedendaagse familienamen die uit patroniemen zijn ontstaan, is terug te vinden. Behalve spellingsvariatie, veroorzaakt door de ontwikkeling van spellingsnormering en de verschillende momenten van naamsvastlegging, en dialectische verscheidenheid is hier zeker ook de grote voornaamvariatie die al vanaf de vroegste middeleeuwen in administratieve bronnen kan worden aangetroffen debet aan. Voornamen werden niet alleen verkort, maar kregen (vervolgens) ook achtervoegsels. Bij de vorming van patroniemen vermeed men deze affectieve afgeleide voornaamvormen niet.
Het patroniem in zijn oorspronkelijke functie verdween bij de invoering van burgerlijke stand in de eerste helft van de 19de eeuw. De persoonsregistratie bij de burgerlijke stand wordt beperkt tot het noteren van voornamen en een familienaam, die definitief in vaststaande spellingsvorm van ouder op kind wordt doorgegeven.
Veel patroniemen zijn bij de invoering van de burgerlijke stand een familienaam geworden. Ze zijn niet allemaal even gemakkelijk herkenbaar, omdat veel voornamen die aan de basis van deze familienamen staan niet meer in gebruik zijn. Deze worden ook wel als "versteende patroniemen" bestempeld.
In Friesland maakte men familienamen uit patroniemen met behulp van het achtervoegsel -ma of men paste andere naamvormingsmechanismen toe: Johannes Sytses nam de familienaam Siedsma aan; Sjoerd Alberts nam de familienaam Alberda aan