“de Munt’

De naam “van de Munt” komt deze tijd in Nederland veelal voor in de Provincie Gelderland en wel op de Veluwe. Op de volgende website https://www.cbgfamilienamen.nl/nfb/ is dit te controleren.

Met ander woorden deze munten rollen niet zo hard door Nederland als het om de woonplaats gaat. Zelf ben ik ook geboren in de gemeente Barneveld waar veel van de munten wonen. Voordat ik met genealogie begon dacht ik wel eens dat de achternaam van mijn geslachtslijn wel eens te maken kon hebben met naam van een Muntmeester.
Nu ik de achternaam “van de Munt” ben aan het onderzoeken, weet ik iets meer. Mijn achternaam heeft meer te maken met een boerderij “De Munt”.

Deze wordt al benoemd in het Barneveldse archief en wel in het document “Landontginning 1550”, staat de volgende tekst:
Coetwickerbroeck: Item van der Munt is aingegraeve een molder zaetlants, en ijs noch nijt gesaijt gewiest, tijent onbewust.

In een zogenaamde “Vidimus” akte uit 1553, staat het volgende:
Johan Dyrckxzoon van Stroy ten overstaan van Hendrik van Dompseler, schout van Barneveld, verklaart dat de pachters van de boerderij “De Munt” vrij zijn van herendiensten en de kleine penningen.

Ik ben nog aan het onderzoeken hoe de naam “de Munt” is ontstaan. In het boek:  “Een historisch hoekje der Veluwe” (geschreven door oud burgemeester van Barneveld  C.A. Nairac met medewerking  de gemeente bode van Barneveld H. Bouwheer). Hij beschrijft in het deel “Een oud hoekje der Veluwe” Hoofdstuk III bladzijde 16, een van zijn wandelingen van Barneveld naar Kootwijkerbroek, het volgende; “De geur der thijm , en op de lage gedeelten ook der kruizemunt en gagel , verhoogt de veerkracht van der zuiveren luchtstroom”.  Dit zou een verwijzing kunnen zijn naar de achternaam van “de Munt”!

Kruizemunt is een volksnaam voor verschillende plantensoorten en -variëteiten van het geslacht Mentha (munt): aarmunt, akkermunt, watermunt.
Het gaat het hier om de watermunt;
De watermunt (Mentha aquatica) is een vaste plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De soort komt voor in Europa, Noord-Amerika, Azië, Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. De plant groeit vooral langs en in het water en in natte weilanden en bloeit van juni tot eind oktober.
De stengels zijn 30–90 cm lang en hebben gesteelde, eironde tot langwerpige, gezaagde tot gekartelde bladeren en de bladeren ruiken sterk naar pepermunt.